Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [78]Uw kinderen [79]zijn in bezwijming gevallen, zij liggen [80]vooraan op alle straten, gelijk [81]een wilde os [82]in het net; zij zijn vol [83]van de grimmigheid des HEEREN, van [84]de schelding uws Gods. 78. O Jeruzalem; dat is, uwe inwoners, of uwe burgers. 79. Dewijl zij van hunne vijanden zijn terneder geslagen. 80. Hebreeuws, aan het hoofd aller straten; dat is aan den ingang aller straten. 81. Of, buffel. 82. Hebreeuws, van het net, of des striks; dat is, die in het net verstrikt is, en die derhalve zichzelven niet helpen noch redden kan. 83. Der straf, die van de grimmigheid des Heeren komt. Dit is de oorzaak van hunne benauwdheid. 84. Dat is, der straf, gelijk boven hfdst.50 vs.2.